Koopvaardij in oorlogstijd

Ik las een aankondiging over een tentoonstelling in het Katwijks Museum met als titel: Varen voor Vrijheid. Dat leek me wel interessant!
Mijn vader startte zijn loopbaan als zeeman direct na de oorlog, maar ik hoorde natuurlijk wel eens verhalen, zoals bijvoorbeeld over Liberty- en Victory-schepen….

Toen ik in het museum kwam, startte er net een rondleiding door de schrijver van enkele boeken over deze periode, Jaap Haasnoot. Hij kon mooi vertellen en leidde ons kleine groepje langs de tentoonstelling. Hieronder enkele verhalen.

Nederland bezat in die tijd, voor de oorlog een relatief grote vloot voor zo’n klein landje, bestaande uit vracht- en passagiersschepen, kolenschepen en tankers.
In de meidagen van 1940 werd een deel van die vloot, namelijk de schepen die in Rotterdam lagen, vernietigd door het bombardement. En als een schip niet te zwaar beschadigd was, werd het geconfisceerd.
Uit de andere havens werden de schepen zoveel mogelijk de zee opgestuurd en een groot deel voer uiteraard ergens op de wereld.
En er kwam een vaarplicht: alle schepen vielen nu onder militair gezag. Deze vaarplicht duurde tot maart 1946!
Pas toen keerden de schepen- voor zover nog niet gezonken – en de bemanningen terug naar huis….
De scheepsbemanningen hadden de nodige ontberingen meegemaakt: het gevaar, de angst, de jaren op zee. Maar ze hadden geen honger geleden en waren gebruind: de ontvangst in Nederland was dan ook koeltjes, alsof ze 6 jaar pleziertochtjes hadden gemaakt, terwijl aan wal net de hongerwinter was afgelopen… Over de traumatische ervaringen en de gevolgen daarvan werd niet gesproken.

Winston Churchill gaf in meerdere speeches aan dat de oorlog niet zou zijn gewonnen zonder de inzet van alle koopvaardijschepen. De oorlogsschepen waren dan wel bewapend, maar voor het vervoer van manschappen, oorlogsmateriaal en brandstof waren de ‘gewone’ schepen van alle geallieerde landen hard nodig.
De schepen werden grijs geverfd en soms voorzien van lichte bewapening.

Het leven op zee was gevaarlijk, want Duitsland beschikte over een enorme vloot aan onderzeeboten die torpedo’s konden afschieten. Daarmee zijn heel veel schepen en hun bemanningen vernietigd. Daarom werd er vaak in konvooien gevaren: de belangrijkste schepen met bemanning, wapens en munitie in het midden en daarnaast rijen met bijvoorbeeld de kolenschepen en tankers en schepen die wat sneller konden varen en inkomende torpedo’s konden ontwijken.
De onderzeeboten konden niet in zo’n konvooi komen, maar de buitenzijde bleef natuurlijk een makkelijke prooi.

Bron: Wikipedia

Jaap Haasnoot, de gids, verteld ons over de motortanker Ondina (Petroleum Maatschappij La Corona, later Shell), terwijl ik naast de scheepsbel van dit schip stond. Het lichtgewapende schip en een wat zwaarder bewapend escorte-schip gingen de strijd aan met twee snelle Japanse kruisers en wisten er één tot zinken te brengen. De andere kruiser bleef schieten en schoot ook op de sloepen met de bemanning van de zwaar beschadigde Ondina. Maar toen de kruiser was vertrokken, ging een deel van de bemanning met de sloepen terug naar het schip en zij brachten zichzelf en het schip in veiligheid.
Aan het einde van de oorlog, toen het zuidelijk deel van Nederland al was bevrijd, was de Ondina het eerste schip dat met een lading olie in Antwerpen aankwam.
Lees hier het hele indrukwekkende verhaal!

In de Verenigde Staten werden autofabrieken omgebouwd tot scheepsfabrieken en werden op scheepswerven schepen in serie gebouwd. De mannen waren aan het front en de vrouwen lasten in record tempo het ene na het andere schip in elkaar: de Liberty- en Victoryschepen. (Normaal worden scheepswanden geklonken, maar lassen gaat sneller.) Er werden enorme aantallen (zo’n 3000) van deze schepen vervaardigd. Ze waren eenvoudig van ontwerp, niet sterk en niet supersnel, maar ze vormden een noodzakelijke aanvulling op de vloot die steeds maar weer verliezen leed.
Na de oorlog bleven de schepen onder een andere naam varen. Zo heeft mijn vader reizen gemaakt op de s.s. Waterman en s.s. Zuiderkruis, allebei gebouwd als Victory-troepenschip!
Mijn moeder voer in 1963 op de s.s. Waterman mee naar Lissabon toen Feyenoord daar tegen Benfica speelde, één van de eerste echte supportersreizen!

Bron: Wikipedia
bron: Wikipedia
Seriebouw

Er waren voor de invasie ontelbaar veel schepen nodig om manschappen, materiaal, wapens, munitie en brandstof te vervoeren. Er is nooit zo’n enorm aantal schepen tegelijk van Engeland naar Frankrijk gevaren….

Zo heeft de Nederlandse koopvaardij (samen met die van andere landen) een belangrijke rol gespeeld in het verloop van de oorlog. Mijn bezoekje aan het Katwijks Museum was absoluut de moeite waard!

Scroll naar boven